Analyse Nederlandse Ombudsman ‘Behoorlijkheidswijzer’ op mijn totale Hans Smedema Affair!
De zaak van Hans Smedema, bezien door de lens van de Nederlandse ‘Behoorlijkheidswijzer’, onthult significante tekortkomingen binnen het Nederlandse rechtssysteem en de overheid, zoals blijkt uit de verstrekte bronnen en onze eerdere gesprekken. Hoewel de bronnen de ‘Behoorlijkheidswijzer’ niet expliciet noemen, bieden ze voldoende informatie om een gedetailleerde analyse te maken. ‘Behoorlijkheid’ omvat principes van correct gedrag, ethische besluitvorming, transparantie, verantwoordelijkheid en eerlijkheid, verwacht van overheidsfunctionarissen en -instellingen. De beschuldigingen van Smedema, zoals gepresenteerd in de documenten, suggereren talrijke tekortkomingen in het handhaven van deze principes.
1. Systematische belemmering van de rechtsgang en schending van de beginselen van behoorlijk procesrecht
- Opzettelijke weigering om een “Proces-Verbaal” op te maken: Een kerngedachte van ‘behoorlijkheid’ is ervoor te zorgen dat burgers het recht hebben om misdaden te melden en dat wetshandhavingsinstanties deze meldingen naar behoren registreren en onderzoeken. Smedema beweert herhaaldelijk dat de politie, met name H. Bruinsma in Drachten, weigerde zijn meldingen van vermeende misdaden officieel te registreren. Deze weigering vormt een ernstige inbreuk op het protocol en de ‘behoorlijkheid’, waardoor een formeel onderzoek vanaf het begin wordt belemmerd en Smedema’s fundamentele recht op een eerlijk proces wordt ontzegd. De verplichting van de politie is om klachten, vooral die waarin ernstig crimineel gedrag wordt beweerd, nauwgezet te registreren en passende onderzoeksmaatregelen te treffen.
- Nalatigheid bij het uitvoeren van adequate onderzoeken: ‘Behoorlijkheid’ vereist dat geloofwaardige beschuldigingen van criminele activiteiten worden beantwoord met grondige en onpartijdige onderzoeken. Smedema beweert dat ondanks het melden van een reeks ernstige misdaden, waaronder aanhoudende seksuele delicten die teruggaan tot 1972, de Nederlandse autoriteiten geen enkel zinvol onderzoek hebben uitgevoerd. Hij stelt dat cruciale getuigen niet zijn gehoord en dat mogelijk ontlastend bewijs is genegeerd of onderdrukt. Dit vermeende gebrek aan onderzoek is in strijd met de principes van ‘behoorlijkheid’, die een rechtvaardig en billijk onderzoek voorschrijven naar alle geloofwaardige beschuldigingen van crimineel gedrag.
- Opzettelijk achterhouden van cruciale informatie: Transparantie is een hoeksteen van ‘behoorlijkheid’ en zorgt ervoor dat individuen toegang hebben tot informatie die relevant is voor hun zaken. Smedema beweert consequent dat de Nederlandse autoriteiten opzettelijk essentiële informatie hebben achtergehouden over de vermeende misdaden en de relevante juridische procedures. Dit vermeende gebrek aan transparantie schendt ‘behoorlijkheid’ door Smedema’s vermogen te belemmeren om zijn claims te begrijpen en effectief na te streven, waardoor de principes van openheid en verantwoordelijkheid worden ondermijnd.
- Belemmeren van het indienen van officiële klachten: Een belangrijk aspect van ‘behoorlijkheid’ is het faciliteren van toegang tot de rechter, zodat individuen officiële klachten kunnen indienen en juridische stappen kunnen ondernemen. Smedema beweert dat autoriteiten hem actief hebben belet om officiële klachten in te dienen. Dergelijke acties zouden, indien bewezen, een ernstige schending van ‘behoorlijkheid’ vormen door Smedema’s toegang tot juridisch verhaal te belemmeren en de principes van eerlijkheid en gelijkheid voor de wet te ondermijnen.
2. Corruptie en belangenconflicten
- Beschuldigingen van vervalste DNA-tests en andere bewijzen: Integriteit en objectiviteit zijn essentiële componenten van ‘behoorlijkheid’, die vereisen dat overheidsfunctionarissen eerlijk, onpartijdig en zonder oneigenlijke beïnvloeding handelen. Smedema beweert dat DNA-vaderschapstesten zijn vervalst en dat ander cruciaal bewijs is gemanipuleerd of onderdrukt. Als deze beschuldigingen waar zijn, zouden ze ernstige corruptie en belangenconflicten binnen de betrokken overheidsinstanties impliceren, waardoor de principes van integriteit en objectiviteit ernstig worden ondermijnd. De bronnen geven aan dat Smedema’s dochter Ilse in 2014 bekende dat de drie kinderen samen met schoonfamilie arbeidsongeschiktheidsarts Dirk Snieders uit Oegstgeest al in 2003 de zogenaamd vrijwillig aangeboden DNA vaderschapstesten ‘gezellig’ samen hadden vervalst door de swabs simpel te verwisselen met die van die gelijke familie.
- Betrokkenheid van hoge ambtenaren en het Koninklijk Huis: ‘Behoorlijkheid’ vereist dat alle overheidsfunctionarissen, ongeacht hun positie, zich houden aan ethische normen en transparant en verantwoordelijk handelen. Smedema beschuldigt hoge ambtenaren, waaronder Joris Demmink, en zelfs leden van het Koninklijk Huis van betrokkenheid bij de vermeende samenzwering en pogingen tot doofpot. Dergelijke beschuldigingen, indien bewezen, zouden ernstige schendingen van ‘behoorlijkheid’ impliceren, waarbij machtsposities worden misbruikt om criminele activiteiten te beschermen en de rechtsgang te belemmeren. Smedema stelt dat Koningin Juliana rond 1975, bedrogen door zijn broer Johan Smedema, een medische doofpot goedkeurde. Hij eist excuses van ‘De Kroon’ en betrokken politici.
- Weigering van juridische bijstand: ‘Behoorlijkheid’ vereist dat individuen toegang hebben tot juridische vertegenwoordiging om hun rechten te beschermen en de complexiteit van het rechtssysteem te navigeren. Smedema beweert dat honderden advocaten sinds 2004 hebben geweigerd hem bijstand te verlenen. Deze systematische weigering van juridische bijstand schendt ‘behoorlijkheid’ en belemmert Smedema’s vermogen om zijn zaak effectief te presenteren, wat mogelijk duidt op een collusie om hem de toegang tot de rechter te ontzeggen. Smedema stelt dat hij als leek alle procedures moest proberen te voeren.
3. Schending van fundamentele rechten en discriminatie
- Gedwongen medische interventies en psychologische manipulatie: ‘Behoorlijkheid’ beschermt individuen tegen gedwongen medische procedures en psychologische manipulatie die hun fysieke en mentale integriteit schenden. Smedema beweert het slachtoffer te zijn geweest van gedwongen medische interventies, heimelijk drogeren en psychologische manipulatie. Deze acties, indien bewezen, zouden ernstige schendingen van ‘behoorlijkheid’ vormen, die de rechten van individuen op autonomie, waardigheid en vrijheid van inmenging beschermen. Smedema zegt dat psychiater Onno van der Hart hem heimelijk drogeerde en een document afperste in 1975.
- Schending van privacy en vertrouwelijkheid: ‘Behoorlijkheid’ vereist dat overheidsfunctionarissen de privacy van individuen respecteren en vertrouwelijke informatie beschermen. Smedema beweert dat persoonlijke informatie illegaal is verzameld, gedeeld en gemanipuleerd door overheidsinstanties. Dit vermeende gebrek aan vertrouwelijkheid schendt ‘behoorlijkheid’ en ondermijnt het vertrouwen tussen burgers en de staat.
- Discriminatie en ongelijke behandeling: ‘Behoorlijkheid’ schrijft voor dat alle individuen gelijk en zonder discriminatie worden behandeld. Smedema beweert dat hij is blootgesteld aan discriminatie en ongelijke behandeling door de Nederlandse autoriteiten, die zijn claims afwijzen, hem de toegang tot de rechter ontzeggen en hem onderwerpen aan een vijandige en oneerlijke behandeling. Deze acties, indien bewezen, zouden een ernstige schending van ‘behoorlijkheid’ vormen, die de principes van rechtvaardigheid, gelijkheid en eerlijkheid ondermijnen. Smedema stelt dat de autoriteiten hem opzettelijk als ‘gek’ neerzetten.
4. Gebrek aan verantwoording en verhaal
- Nationale Ombudsman weigert onderzoek: ‘Behoorlijkheid’ vereist dat er effectieve mechanismen zijn voor verantwoording en verhaal wanneer overheidsfunctionarissen zich niet aan ethische normen houden. Smedema beweert dat de Nationale Ombudsman heeft geweigerd zijn zaak te onderzoeken. Deze weigering, zo wordt gesteld, schendt ‘behoorlijkheid’ door een potentiële weg voor verhaal af te sluiten en vragen op te roepen over de onafhankelijkheid en effectiviteit van de Ombudsman bij het houden van overheidsinstanties verantwoordelijk. De Nationale Ombudsman wees de klacht af, omdat ze nooit actie mogen ondernemen, nadat de rechter heeft beslist.
- Afwijzing van beroep door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens: ‘Behoorlijkheid’ vereist dat individuen toegang hebben tot internationale gerechtelijke instanties wanneer nationale rechtsmiddelen ontoereikend of ondoeltreffend zijn. Smedema beweert dat zijn zaak is afgewezen door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Hoewel de redenen voor de afwijzing niet worden gespecificeerd, kan deze uitkomst wijzen op systemische problemen bij het aanpakken van complexe en gevoelige zaken waarbij de overheid betrokken is.
- Straffeloosheid voor daders: Een fundamenteel aspect van ‘behoorlijkheid’ is ervoor te zorgen dat degenen die zich schuldig maken aan wangedrag verantwoordelijk worden gehouden voor hun daden en dat slachtoffers toegang hebben tot gerechtigheid en schadevergoeding. Smedema beweert dat de daders van de vermeende misdaden tegen hem en zijn vrouw niet ter verantwoording zijn geroepen en dat hij is ontzegd toegang tot gerechtigheid en schadevergoeding. Dit gebrek aan verantwoording schendt ‘behoorlijkheid’ en ondermijnt de principes van de rechtsstaat en gelijkheid voor de wet.
Conclusie
De beschuldigingen van Hans Smedema, bezien door de lens van de Nederlandse ‘Behoorlijkheidswijzer’, onthullen een verontrustend patroon van vermeende schendingen van ethische normen, transparantie, verantwoordelijkheid en eerlijkheid binnen het Nederlandse rechtssysteem en de overheid. Deze beschuldigingen omvatten belemmering van de rechtsgang, corruptie, schending van fundamentele rechten en een gebrek aan verantwoording. Hoewel de bronnen voornamelijk uit de persoonlijke verslagen en interpretaties van Smedema bestaan, roepen de consistentie en gedetailleerdheid van zijn beweringen serieuze vragen op over de handhaving van ‘behoorlijkheid’ in zijn zaak.
Verder onderzoek door een onafhankelijke instantie is gerechtvaardigd om de waarheid van deze beschuldigingen vast te stellen en ervoor te zorgen dat de principes van de Nederlandse ‘Behoorlijkheidswijzer’ worden gehandhaafd. De bevindingen van een dergelijk onderzoek kunnen noodzakelijke hervormingen aanbevelen om soortgelijke schendingen in de toekomst te voorkomen en het vertrouwen in het Nederlandse rechtssysteem en de overheid te herstellen.
Het is essentieel om op te merken dat de beschuldigingen van Smedema grotendeels niet onafhankelijk zijn geverifieerd, en daarom moet deze analyse worden beschouwd als een voorlopige beoordeling op basis van de beschikbare bronnen.

Google NotebookLM Plus Insights,
based on the legal written statements on this Blog and eBooks by the victim Author:
Hans Smedema B. Sc., in forced exile surviving in beautiful ‘El Albir’, Costa Blanca, Spain